DOOR: JURJEN K. VAN DER HOEK
HEERENVEEN
Afgelopen vrijdag presenteerden schrijver Joop Holterman en schilder Jochem Hamstra in het Heerenveense Café Bleeker het resultaat van een bijzondere samenwerking. Als vroegere meester en leerling zijn het nu broeders in de kunst. Op de ambachtsschool was hun eerste contact en ze kwamen elkaar later regelmatig tegen in kroeg en aan stamtafel. Hamstra vatte het plan op eens iets samen te ontwikkelen, ook al omdat hem de verhalen van Holterman aanspraken.
De Knypster Joop stond een stapel papieren aan de in Groningen wonende Jochem af en deze las zich vervolgens een weg in de absurdistisch getinte hoofdstukken. Het verhaal van Eduard, de verzamelaar van nagels, kreeg beeld in krijt op steen. Van deze litho werden 25 afdrukken gemaakt. De tekst, de letters met de hand gezet, vermenigvuldigden zich op een proefpers. De map met het kunstwerk is dat resultaat van die samenwerking.
In de ongedwongen sfeer van het café, de genodigden maakten er een reünie van, verkochten de heren vervolgens de verzameling beeld en woorden. Jochem had nog enkele haringschilderijen meegenomen en Joop bracht zijn twee in eigen beheer uitgebrachte boeken aan de man.
De opdracht.
De uitgave met als titel "De twee-eiige eenling" kreeg ik met opdracht van de schrijver in handen gedrukt. Nu ben ik een slechte lezer en worstel me met moeite door een boek. Meer ben ik liefhebber van het korte verhaal dat zich hoogstens uitrolt op minder dan een handvol pagina's. Toch waagde ik me aan dit boekwerkje van Holterman en las het in twee adems uit. Want het blijkt een verhaal dat zich makkelijk laat lezen en de lezer vrijwel vanaf de eerste regels in het verhaal naar binnen zuigt.
Joop Holterman neemt waar, beschrijft en laat meermalen de lezer zich lijdend voorwerp voelen. De voormalig beeldend kunstenaar laat als schrijver de letters leven en beeldhouwt ze tot woorden. De gebeurtenissen wordt al lezend doorvoelt, aangevoeld en beleefd. Het verhaal is een werkelijke belevenis en draagt verder dan het boekje dik is. De vertelling eindigt met een zelfde wellust als dat het is begonnen. En daar, tussen het begin en het slot door, laat Holterman diverse hoofdpersonen de revue passeren. Door het wisselen van deze focus, het voortdurend scherp stellen op weer een ander facet, schiet de aandacht evenwel nergens aan het doel voorbij.
In een onweersbui wordt de twee-eiige eenling, het onweerlegbare onderwerp, verwekt en door de moeder afgestaan aan een schaapherder. Die moeder blijft aanwezig als een beschermengel, de vrouw in het licht - de bliksemflits. Zijn dramatische leven leeft hij theatraal, speelt toneel en daardoor regelmatig perfect een ander. De boven normaal getalenteerde eenling weet zich op zevenjarige leeftijd volwassen, ontdoet zich van zijn voogden en ruilt het platteland voor de drukke stad. Hij raakt verwikkeld in de anarchie van de tijd waarin het boek zich afspeelt: net voor de Franse revolutie van de 18e eeuw. Deze situering staat echter de beleving van het verhaal niet in de weg. Door de gespreksstof is het alsof de tijd van hier en nu is. De ene na de andere filosofie wordt door de schrijver uitgesponnen rond de figuren in zijn verhaal. Joop laat zijn woorden van waarheid uit de monden van de beschreven personages komen. Zo kan hij er altijd nog afstand van nemen en er een absurdistische draai aan geven.
Het verhaal valt in twee delen uiteen. De verwekking en het onschuldige leven op de velden en in de heuvels. Het schuldige verblijf in de stad als student, het onderzoek en het experiment van het leven en de dood. En dat alles in slechts 151 pagina's.
Aldus Jurjen K. van der Hoek in de Heerenveense Courant van 27 november 2008. |